Olijfolie, een waar symbool van de Mediterrane rijkdom, staat centraal in onze productie, en de geschiedenis ervan gaat terug tot meerdere millennia. Al in 4000 v.Chr. verschijnen de eerste sporen van de teelt in het Midden-Oosten, waar de olijfboom zorgvuldig werd gekweekt om een waardevolle olie te produceren. In het oude Egypte werd olijfolie beschouwd als een heilig product, gebruikt in begrafenisrituelen om de rust van de farao's in het hiernamaals te garanderen. Het werd ook gebruikt in de farmacopoeia en in de cosmetica, wat getuigt van het multifunctionele belang ervan sinds de oude tijden.
Door de eeuwen heen heeft olijfolie zich gevestigd in het oude Griekenland, waar het een sleutelrol speelde in de Olympische Spelen. De atleten smeerden hun lichaam in met olijfolie om zich te beschermen tegen brandwonden en valpartijen, terwijl de winnaars werden geëerd met een olijftak en een kroon, symbolen van overwinning en roem. Olijfolie speelde ook een centrale rol in het dagelijks leven van de Grieken, zowel als brandstof voor verlichting, als medicinale remedie, of lichaamsolie.
Het was onder het Romeinse Rijk dat de olijfteelt echt tot bloei kwam. De Romeinen perfectioneerden de technieken voor de productie en het transport van olijfolie, waarmee ze deze tot zijn hoogtepunt brachten. De olijfolie uit Baetica, in Hispania (nu Andalusië), verwierf ongekende faam vanwege zijn uitzonderlijke kwaliteit. Ongeveer 30 miljoen kruiken olijfolie werden vanuit Hispania naar Rome geëxporteerd, de hoofdstad van het Rijk, waar deze olie gewaardeerd werd voor zowel het culinaire gebruik als de rol in het onderhoud van het Romeinse leger. De containers die deze kostbare olie vervoerden, hebben zichtbare sporen achtergelaten die nog steeds te zien zijn, vooral op de Testaccio-heuvel in Rome, een heuvel gevormd door de ophoping van amforafragmenten.
Gedurende de Middeleeuwen werd olijfolie vaak aangeduid als 'vloeibaar zilver' vanwege zijn onschatbare waarde. Het gebruik ervan breidde zich uit, vooral onder de geestelijkheid, en het werd een belangrijk ingrediënt in de productie van zeep, textiel en schoonheidsbehandelingen. Hoewel de vraag soms fluctueerde, bleef olijfolie een luxeproduct, gewaardeerd om zijn veelzijdigheid.
De 20e eeuw markeerde een beslissende wending met een technologische revolutie die de kwaliteit van olijfolie verder verbeterde. Coöperaties en olijfolie molens ontstonden, wat de productie en commercialisering van olijfolie van hoge kwaliteit vergemakkelijkte.
Met de komst van de 19e eeuw en de aanleg van het spoorwegnet in Italië, kende de olijfteelt een opmerkelijke groei, vooral op Sardinië, waar onze olijfgaarden bloeien. Deze regio biedt, dankzij het mediterrane klimaat en de rijke bodems, ideale omstandigheden voor de olijfteelt. Het proces van onze teelt op Sardinië, sinds 2013, begint met een zorgvuldige bodemvoorbereiding, gevolgd door de strikte selectie van jonge planten. Deze worden vervolgens geplant en met zorg onderhouden, waarbij de lokale tradities worden gevolgd, terwijl moderne technieken worden geïntegreerd om de groei en gezondheid van de bomen te optimaliseren. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan elke stap, van irrigatie tot snoei, om een overvloedige en kwalitatieve oogst te garanderen.
Zo weerspiegelt de olijfolie die sinds 2024 in onze olijfgaarden wordt geproduceerd, het unieke karakter van Sardinië, waarbij eeuwenoude knowhow wordt gecombineerd met moderne innovaties. Dit zorgvuldige werk stelt ons in staat een uitzonderlijke olijfolie aan te bieden, die het prestige en de rijkdom van dit millenniaoude product behoudt, terwijl het de essentie van ons Sardijnse terroir belichaamt.